In het voorjaar van 2018 is gestart met het uitvoeren van diverse maatregelen om het klimaat te verbeteren. Hiervan is een uitgebreid verslag gemaakt. Dit is hier te vinden.
De buitenmuren van het kerkgebouw zijn geïsoleerd, door de spouw te vullen met glaswol. Ook zijn de vloeren geïsoleerd door ze aan de onderzijde te voorzien van PUR-isolatie.
De ketelruimte onder het trappenhuis is grotendeels gerenoveerd. Alleen de twee bestaande ketels zijn gehandhaafd. Deze zijn in cascade aangesloten op een nieuwe centrale verdeler. Op de verdeler zijn drie regelbare verwarmingsgroepen gemaakt, één voor de radiatoren van de kerkzaal, één voor de voetbuizen en één voor de nevenruimten. De cascade opstelling zorgt voor een lager energieverbruik en een flexibeler afstemming tussen warmtevraag en -aanbod. Ook is de opstelling voorbereid op het vervangen van de bestaande ketels. (Links de oude situatie, rechts de nieuwe situatie).
Bij het ventilatiesysteem op het dak zijn twee warmtepompen geplaatst, waarmee de inblaaslucht (die eerst via de warmtewisselaar wordt opgewarmd of afgekoeld) extra kan worden verwarmd of gekoeld. Dit maakt het mogelijk om in de winter voldoende warme lucht in te blazen en om in de zomer de inblaaslucht te koelen. Dit laatste wordt ‘topkoeling’ genoemd. De relatief koele inblaaslucht zorgt in de zomer voor een aangenaam klimaat, zelfs als de temperatuur in de kerkzaal vrij hoog is. Tussen het stalen frame waarop het ventilatiesysteem staat is geluiddempend materiaal aangebracht. Dit is het rode materiaal wat op de foto te zien is. (Links de oude situatie, rechts de nieuwe situatie).
Detailfoto van één van de warmtepompen bij het ventilatiesysteem.Een kijkje in het ventilatiesysteem. Het zeskantige element in het midden van de foto is de warmtewisselaar. Deze werkt volgens het tegenstroom-principe, waarbij de inblaaslucht wordt opgewarmd met warmte uit de retourlucht. Hiermee kan ca. 75% van de warmte worden teruggewonnen. Dit ventilatiesysteem was al sinds 2006 aanwezig en is nu wat verder geautomatiseerd d.m.v. regelbare kleppen. Ook zijn de toevoerventilatoren vervangen door ventilatoren met een grotere capaciteit.Op de zolder van de kerkzaal is een verwarmings-/koelbatterij toegevoegd. Met behulp van warmte/koude die door de warmtepompen wordt opgewekt, kan hiermee de inblaaslucht worden verwarmd of gekoeld.
Aan het plafond van de kerkzaal zijn luchtverdeelslangen aangebracht. De bestaande schoepenroosters zijn verwijderd. De slangen zorgen voor een gelijkmatige en fijnmazige inblaas van ventilatielucht, waardoor de lucht goed mengt met de lucht in de kerkzaal en tocht zoveel mogelijk wordt voorkomen. (Links de oude situatie, rechts de nieuwe situatie).
Ook op de galerij zijn twee luchtverdeelslangen aangebracht. De bestaande plafondventilatoren zijn verwijderd. De slangen zijn door middel van nieuwe kanalen op de zolder aangesloten op de bestaande luchtkanalen.
Om het geluid van het ventilatiesysteem in de kerkzaal te reduceren, zijn zowel in het toevoerkanaal (links) als op de retourkanalen (rechts) geluiddempers aangebracht.
Om de verwarming en ventilatie optimaal aan te sturen, is in de ketelruimte een regelkast aangebracht. In deze regelkast zit een gebouwbeheersysteem (GBS) dat de metingen van de sensoren uitleest en de systemen aanstuurt.
Detailfoto van het gebouwbeheersysteem. Dit systeem zorgt voor de centrale regeling van het klimaat. Het systeem heeft een internet-aansluiting, zodat het ook op afstand ingesteld en bediend kan worden.Via een computer in de kerk of thuis kan het regelsysteem worden bediend en kunnen gegevens worden uitgelezen. Alle metingen worden continu opgeslagen, zodat het klimaat achteraf geanalyseerd kan worden. De gebruikstijden van de kerkzaal en nevenruimten kunnen door de koster worden ingevoerd en het regelsysteem zorgt er vervolgens voor dat op het juiste moment het juiste klimaat is geregeld.